De afgelopen weken stonden de Nederlandse kranten vol met verhalen dat de huidige monopolist op het gebied van sportweddenschappen, TOTO onlinecasinopoint.nl/toto/, meerjarige contracten heeft afgesloten met voetbalclubs uit de Nederlandse eredivisie (Eredivisie) om hun shirtmouwsponsor te worden. Dit komt niet als een verrassing, aangezien TOTO zijn positie aan het versterken is voor wanneer de markt voor kansspelen op afstand wordt opengesteld. Onder de nieuwe regeling voor kansspelen op afstand is sportsponsoring vrijgesteld van bepaalde reclamebeperkingen.
De Wet kansspelen op afstand wordt gestroomlijnd om in het eerste kwartaal van 2021 in werking te treden en zal verschillende onderdelen van bestaande wetgeving wijzigen, zoals de Regeling werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen (RRAAP). In de gewijzigde RRAAP zal een definitie van sponsoring worden opgenomen die als volgt zal luiden «Het verstrekken van financiële of andere bijdragen als tegenprestatie voor de neutrale vermelding of vertoning van de naam, het handelsmerk, het beeldmerk of enig ander onderscheidend teken van de licentiehouder».
Sponsoring is een vorm van reclame. Onder de toekomstige regeling voor kansspelen op afstand is er op zich geen bezwaar tegen sponsoring van sportteams, bijvoorbeeld door het logo van de vergunninghouder op shirts en borden langs het veld aan te brengen. Aangezien reclame echter niet op minderjarigen mag zijn gericht, zal het verboden zijn om jeugdteams te sponsoren en het logo van de vergunninghouder af te beelden op producten die door kinderen worden gedragen.
Bovendien zal het verboden zijn gebruik te maken van de diensten van individuele beroepssporters voor wervings- en reclamedoeleinden. Een belangrijke uitzondering zal vergunninghouders van kansspelen op afstand in staat stellen dergelijke personen te sponsoren in ruil voor een grotere naamsbekendheid, bijvoorbeeld door het dragen van sportkleding of het gebruik van sportartikelen waarop de naam of het logo van de vergunninghouder staat afgebeeld. Het verbieden van de sponsoring van individuele beroepssporters werd onwenselijk geacht omdat «sporters afhankelijk zijn van sponsorgelden» en «zij onevenredig zouden worden benadeeld indien het hun zou worden verboden door een vergunninghouder te worden gesponsord».
Dat de wetgever bijzondere waarde toekent aan sponsoring in het kader van de regulering van kansspelen op afstand volgt ook uit het feit dat neutrale boodschappen betreffende de sponsoring van een televisieprogramma worden uitgezonderd van het verbod om tussen 06:00-21:00 uur op televisie reclame te maken die verband houdt met kansspelen.